Vierdaagse, een gedicht

In haar ogen eerst opluchting, daarna de vreugd

De eerste Vierdaagse, in haar nog zo prille jeugd

 

Alle spierpijn en vermoeidheid ten spijt

Wordt ze met de komst van haar ouders verblijd

 

Het shirt en de schoenen, net een maatje teveel

Geïmponeerd door het applaus, dat viel haar ten deel

 

Lief meisje, eremetaal op haar borst

Bloemen in haar hand, kijk haar daar staan

 

Ik weet het zeker: volgend jaar zal zij

Voor haar tweede medaille wandelen gaan

 

 

Peter van ‘t Veer